Overslaan naar inhoud

Fluvius telecontrole & netflexkast integratie voor industriële energiesystemen

Als u een groot energiesysteem (≥1 MVA) — zonne-energie, wind of batterij — op het net aansluit in Vlaanderen of Wallonië, is Telecontrole verplicht. Telecontrole maakt het voor Fluvius en Ores mogelijk om uw vermogen in realtime te monitoren en bij te sturen om netoverbelasting te voorkomen, zoals voorgeschreven door de EU-wetgeving (RfG 2016/631) en de Synergrid-regels.

Geen telecontrole = geen netaansluiting. Onze Voltmasters EMS-controller is uw plug-and-play oplossing: volledig conform, merkonafhankelijk en naadloos verbonden met de systemen van Fluvius. De controller verwerkt setpoints, beveiligt uw site en gaat verder dan louter conformiteit, hij optimaliseert uw energie-output en ontsluit toegang tot flexibiliteitsmarkten.


Wat is Fluvius Telecontrole?


Telecontrole, of remote telecontrol, verwijst naar het geavanceerde systeem dat Fluvius gebruikt om Decentrale Energiebronnen (DER) op het distributienet te monitoren en aan te sturen. Op basis van de technische specificaties van Fluvius voor fijnregeling van DER maakt telecontrole een nauwkeurige controle mogelijk van energie-injectie en -afname. Dit is essentieel om netstabiliteit te behouden, congestie te voorkomen en de veiligheid te garanderen.

De belangrijkste componenten van Fluvius-telecontrole zijn onder meer:

  • Telecontrolekast (TCK): De centrale telecontrolekast die door Fluvius wordt voorzien en de Remote Terminal Unit (RTU) bevat voor de communicatie met het SCADA-systeem van de DNB.
  • Klantinterface: De interface aan klantzijde die uw DER-assets (zoals productie-eenheden of flexibele verbruikers) via gestandaardiseerde protocollen, zoals IEC 60870-5-104, verbindt met de TCK.
  • Monitoring- en regelingsfuncties: Realtime gegevensuitwisseling voor actief vermogen (P-regeling), reactief vermogen (Q-regeling), noodstops en foutdetectie via kortsluitverklikkers.
  • Facturatie en meting: Integratie met Automatic Meter Reading (AMR) op het netkoppelpunt voor correcte en transparante facturatie.

Dit systeem is verplicht voor DER-installaties met een vermogen van ≥1000 kVA of in situaties waar productiebeperking vereist is, zoals beschreven in het Technisch Reglement Distributie Elektriciteit (TRDE) van Fluvius. Het ondersteunt verschillende toepassingsscenario’s, waaronder contractuele flexibiliteit (MarktFlex), technische flexibiliteit en gecombineerd beheer van injectie en afname.


Fluvius logo

Wij ondersteunen de de nieuwe Fluvius-telecontrolekast (versie 5): de Netflex-kast

Vanaf 2026 introduceert Fluvius een nieuwe technologie, dit is een belangrijke stap in de energietransitie.

Hoe onze EMS controller integreert met Fluvius telecontrole

Zie onze EMS-controller als de ‘vertaler’ tussen uw installaties en Fluvius.


Spreekt de Fluvius taal

• IEC 60870-5-104 
• P/Q control
• Live U, I, P, Q data
• Emergency stop


Voor alle scenario's

• MarktFlex 
• Technical Flex
• Combined in/out


Makkelijke setup

• Plug in Ethernet
• Connect to TCK
• Run Fluvius test

Frequently asked questions over Fluvius telecontrole

Distributed Energy Resources (DER) verwijzen naar lokale productie-eenheden die aangesloten zijn op het distributienet, zoals windparken, grote zonne-installaties, warmtekrachtkoppeling (WKK), energieopslag of gemengde systemen. Door de energietransitie worden steeds meer DER geïntegreerd, wat fijnregeling noodzakelijk maakt om de netveiligheid te garanderen en congestie te vermijden.

De specificatie beschrijft hoe Distributienetbeheerders (DNB’s) DER-installaties met een vermogen van ≥1000 kVA (of in uitzonderlijke gevallen) kunnen monitoren en aansturen om de injectie op het net te regelen. Ze maakt ook flexibele verbruikssturing mogelijk om overbelasting van hoogspanningsverbindingen of kabels te voorkomen. De volledige DER-installatie moet voldoen aan de Synergrid C10/11-specificaties, en de aansturing verloopt uitsluitend via het IEC 60870-5-104-protocol.

Netflex is het concept voor fijnregeling van DER, waarmee DNB’s parameters kunnen bijsturen om de veiligheid en betrouwbaarheid van het net te garanderen. Het omvat telecontrolecomponenten voor het beheren van actief vermogen (P), reactief vermogen (Q), noodstops en andere functies.

De belangrijkste componenten zijn:

  • TCK (Telecontrolekast): De telecontrolekast die door de DNB wordt geleverd en door de klant wordt geïnstalleerd.
  • Facturatie AMR: Automatic Meter Reading voor facturatie op het netaansluitpunt (grijze meter), geleverd en geïnstalleerd door de DNB/klant.
  • Klantinterface: De klantinterface voor stuur- en regelunits per productie-eenheid, geleverd door de klant (interface door de DNB).
  • Kortsluitverklikkers: Indicatoren voor kortsluiting (voor geluste klanten), geleverd door de DNB en geïnstalleerd door de DNB/klant. De klant (DNG) is verantwoordelijk voor het garanderen dat alle componenten aanwezig zijn.

Het IEC 60870-5-104-protocol wordt exclusief gebruikt voor de sturing van lokale productie-eenheden en grote verbruikers. Het verwerkt setpoints voor actief vermogen (P-regeling), reactief vermogen (Q-regeling), noodstops en terugmeldingen van meetwaarden.

Het document beschrijft drie scenario’s die de impact tonen van DNB-sturing op DER:

  • Scenario 1: Contractuele Flex (MarketFlex / Flexibele Aansluiting / Consumption Flex): Richt zich op flexibel verbruik aan het netkoppelpunt (NKP) om het maximale netverbruik of de injectie te beperken.
  • Scenario 2: Technische Flex: Betreft de flexibele aansturing van productie- of verbruiksinstallaties (of groepen daarvan). Dit maakt aanpassingen mogelijk, zoals het beperken van productie tot 0% terwijl het opladen van een batterij wel toegestaan is.
  • Scenario 3: Combinatie van Consumption en Technical Flex: Combineert sturing op assetniveau met NKP-limieten, waarbij aan alle setpoints moet worden voldaan. Batterijen kunnen worden opgeladen met energie afkomstig van productie-assets.

  • Het toepasselijke scenario wordt gespecifieerd in de netstudie, en het volledige datamodel moet altijd geïmplementeerd worden.

Interface B1 is bedoeld voor sturing en monitoring via het IEC 60870-5-104-protocol. Ze maakt een onderscheid tussen NKP-sturing (scenario’s 1 en 3) en asset-niveau sturing (scenario’s 2 en 3). Zonder actieve sturing vallen de setpoints standaard terug op –100% tot +100%.

De interface omvat onder meer:

  • P-regeling (actief vermogen)

  • Q-regeling (reactief vermogen)

  • Noodstops voor injectie en verbruik

  • Redenen voor sturing

  • Testsequenties

  • Interfaceversies

  • Logging van de scheidingsschakelaar

P-regeling maakt een onderscheid tussen:

  • NKP-niveau (scenario’s 1 en 3): Stuurt de maximale netinjectie of -afname aan het netkoppelpunt. Zonder actieve sturing liggen de minimum- en maximumsetpoints tussen –100% en +100%.
  • Asset-niveau (scenario’s 2 en 3): Stuurt de installaties rechtstreeks aan, bijvoorbeeld door productie te beperken tot 0% (waarbij assets enkel produceren wat batterijen kunnen opnemen). De DNB controleert de naleving via metingen op het NKP en op groepsniveau.

Werk je aan iets spannends? Laten we praten!

Contacteer ons. Ons team staat klaar om uw volgende project kracht bij te zetten!

-> Contacteer ons